![]() Is dat Chinees? ’t Klinkt eerder Slavisch. ’t Kan niet Ninoofser zijn. Hopen doet een mens al van bij zijn geboorte. Al doet hij dat nog niet bewust. “Uuuuu”, huilt een hongerige baby. En al rap wijst het kleine kind met een vingertje naar wat het wil – of het weigert het mondje te openen voor bepaalde etenswaren. Een kleuter wíl iets, tieners en twens eisen, dromen, worden ongeduldig, een “grotere” mens hoopt. Om te hopen in de ware zin van het woord moet je, zo denk ik, minstens een beetje volwassen zijn. Het veronderstelt een gedragen verlangen, een uitkijken naar iets wat kàn. Het gaat zoveel dieper dan “dromen” of gewoon “wensen”. Hopen heeft met een relatie te maken met dingen, met mensen, zeker ook met God. Verstand èn hart zijn er in vervat. Ooit leerden wij uit de catechismus: “Geloof, hoop en liefde, deze drie. Van deze drie is de liefde de grootste.” In onze modernere tijden zien we dat een beetje anders. Uiteraard zijn geloof en liefde noodzakelijk, maar het uitzicht en de draagkracht van hoop gaan dieper. De Franse auteur Charles Péguy schreef een prachtige tekst over “l’espérance”. De hoop is een eenvoudig meisje, dat de twee anderen leidt. Zij houdt geloof en liefde bij de hand. Zij ziet wat er kan komen. Zíj is de kracht in een wereld op zijn kop. Zij is het die liefde en geloof voortstuwt en die heel de wereld verandert. De twee groten kunnen niet(s) zonder haar. In mijn ervaring klopt dat. Hoop draagt liefde in zich. Wie hoopt wil iets goeds voor de ander, voor de wereld, voor zichzelf en gelooft dat het kàn. “Dat hoop ik.” We zeggen het zó vaak. Als we, telkens als we dat uitspreken, streepjes zouden trekken, we zouden er in de kortste keren een dik agenda mee vullen. Misschien moeten we dat eens uittesten. Het is zalig, hoop te kunnen delen. Eindelijk, denk ik zo, eindelijk ontdekt de Kerk de kracht van de hoop. De hoop geeft onze dagen ook een bredere dimensie; ze maakt de moeilijke uren draaglijker. De gedeelde blijdschap om vervulling kan je met geen woorden beschrijven. In wezen is de hoop van een oudere precies dezelfde als die van jonge(re) generaties. Al drukken we ze wellicht compleet anders uit. (O rijkdom van taal en verscheidenheid van tijd en omstandigheden.) We hopen gelukkig en gezond te kunnen leven, vriendschap te ervaren en te mogen beantwoorden, een beetje te kunnen bijdragen aan het welbevinden van wie “een eind weegs” met ons gaan, aan de leefbaarheid van onze ruimere wereld. Wie de hoop koestert, houdt van het leven. En “Gedeelde hoop is (nog altijd) dubbele hoop.” Dat we dat hoe langer, hoe meer mogen ervaren. “Dadoepek” uit de grond van mijn hart. Chris Van der Perre
0 Opmerkingen
Je opmerking wordt geplaatst nadat deze is goedgekeurd.
Laat een antwoord achter. |
Wat is de estafette van hoop?Het anker van de hoop reist in 2025 langs verschillende haltes: parochies, scholen, zorginstellingen, jeugdbewegingen,... noem maar op! Bij elke halte delen we een concreet verhaal van hoop. Deze verhalen kan je hier lezen. Zo krijgt de dagelijkse goedheid meer zichtbaarheid en laten we nieuwe verbindingen en dwarsverbanden ontstaan in het dekenaat. verhalen uit je eigen dekenaat
Alles
|