Op woensdagnamiddag 15 en 29 januari gingen we met een groepje vormelingen naar WZC Armonea Overbeke en RVT Schelderust. Op de weg naar het vormsel zijn ongeveer maandelijks na de eucharistieviering catechesemomenten in de kerk van Massemen. Ditmaal speelden ze op 'vreemd' terrein in een woonzorgcentrum om er te praten en te spelen met mensen die soms tot wel 80 jaar ouder zijn dan hen. En het was boeiend. Maar confronterend. Eerst stelden ze zich allemaal wat voor aan elkaar. Daarna werd er UNO, Rummikub gespeel, pijke zot verjagen. Om te eindigen met een intergenerationeel gesprek. In een vragenbokaal zaten allerlei vraagjes zoals: 'Welke les zou je willen geven aan de jongere generatie? Heb je ooit een liefdesbrief geschreven? Wat is je leukste herinnering van je kindertijd?' De antwoorden waren boeiend maar ook heel confronterend: de bewoners van het WZC gaven duidelijk te kennen dat hun kindertijd gekenmerkt was door oorlog. En dat ze op hun 14 jaar al volop naar de fabriek gingen werken. Camilla getuigt dat ze van ’s morgens vijf uur tot 's middags één aan één stuk bobijnen moest maken. Slechts een kwartiertje pauze. Loon? 250 frank voor 14 dagen. Het geld ging direct naar moeder omdat de oorlog net voorbij was en het gezin had dit geld nodig om te leven. Julienne getuigde dan weer dat ze vijf jaar was toen de oorlog uitbrak. Hun huis was van in het begin al afgebrand en de hele oorlog was een nachtmerrie voor haar. Ze waren de hele tijd op de vlucht.
Adrienne vertelde dat ze net zoals vele mensen van Overbeke bij Beirnaert werkte. Godelieve werkte bij haar man en deed de administratieve taken. Ze is heel sportief maar door een val is ze op revalidatie. De vormelingen luisterden geboeid. Deze namiddag is op de weg naar hun vormsel zeker en vast een meerwaarde: ze legden contact met mensen die ze normaal nooit zouden ontmoeten. Ze leerden geduld hebben en vriendelijk en open zijn ook ver hen die niet meer zo vlug zijn als zij. Dankjewel vormelingen, jullie deden dat super!' We polsten ook naar verhalen van hoop. Anna vertelt: ‘Ik ben hier vier jaar en er zijn al heel wat rusthuisvriendeninnen gestorven. Rita kwam hier aan met een gebroken schouder. Ik hielp haar in het begin bij de maaltijden. We zijn vriendinnen geworden in het rusthuis en hopen nog een tijdje samen te blijven.' Godelieve brak ook haar schouder en vertelt: ‘Ik fiets graag, ben heel sportief en ben hier in kortverblijf om te revalideren. Ik hoop om in maart terug naar huis te gaan zodat ik verder kan genieten van mijn kinderen en kleinkinderen.' Adrienne schetst het met de nodige humor en realiteitszin: ‘Ik ben mentaal wat minder maar ben hier gelukkig. Ik hoop nog een tijdje gezond te blijven en te kunnen babbelen met de mensen rondom mij.'
0 Opmerkingen
Je opmerking wordt geplaatst nadat deze is goedgekeurd.
Laat een antwoord achter. |
Wat is de estafette van hoop?Het anker van de hoop reist in 2025 langs verschillende haltes: parochies, scholen, zorginstellingen, jeugdbewegingen,... noem maar op! Bij elke halte delen we een concreet verhaal van hoop. Deze verhalen kan je hier lezen. Zo krijgt de dagelijkse goedheid meer zichtbaarheid en laten we nieuwe verbindingen en dwarsverbanden ontstaan in het dekenaat. verhalen uit je eigen dekenaat
Alles
|